Sturen

Houd het stuur met beide handen losjes vast in de houding van kwart voor drie met de duimen op het stuurwiel en niet er omheen.
Maak van het stuur een klok en verdeel het in 9 uur, 12 uur en 3 uur.
Je linkerhand staat dus op 9 uur en je rechterhand op 3 uur.
Pak het stuurwiel nooit vast aan de binnenkant van het stuur en stuur ook niet met je handpalmen.
Draai niet aan het stuur wanneer de auto stil staat dit is slecht voor de stuurinrichting.

Overpakmethode.

Bij haakse bochten pak je het stuur kruislings over  de overpakmethode.

48
Bij een haakse bocht naar rechts ( bijvoorbeeld bij het rechts afslaan) begin je met jou linkerhand op 9 uur te sturen.
Begin met deze hand te sturen zodra de auto bij het begin van de bocht is.
Draai geleidelijk door tot circa 3 uur en zet nu je rechterhand over je linkerhand op circa 12 a 1 uur.
Trek nu met je rechterhand het stuur naar beneden tot circa 3 uur.
Plaats je linkerhand weer op 9 uur en zo kun je weer opnieuw beginnen met het overpakken.
Wanneer de auto driekwart door de bocht is laat je het stuur van zelf door beide handen glijden naar de rechtuit stand.

49

Bij een haakse bocht naar links (bijvoorbeeld bij het links afslaan) begin je met jou rechterhand op 3 uur te sturen.
Begin met deze hand te sturen zodra de auto bij het begin van de bocht is.
Draai geleidelijk door tot circa 9 uur en zet nu je linkerhand over je rechterhand op circa 12 a 1 uur.
Trek nu met je linkerhand het stuur naar beneden tot circa 9 uur.
Plaats je rechterhand weer op 3 uur en zo kun je weer opnieuw beginnen met het overpakken.
Wanneer de auto driekwart door de bocht is laat je het stuur van zelf door beide handen glijden naar de rechtuit stand.

Doorgeefmethode.

50

De linkerhand blijft op de linkerhelft van het stuur en de rechterhand op de rechterkant van het stuur dit is de doorgeefmethode.
Deze manier van sturen heeft de voorkeur bij niet al te scherpe bochten of bij bochten in het verloop van een weg .

Klik hier voor bochten.