Opschakelen en koppelen
Het opschakelen.
Zodra het motortoerental oploopt naar circa 2000 a 2500 toeren moet je naar een hogere versnelling schakelen. (opschakelen)
Ga je opschakelen dan moet je altijd het koppelingspedaal vlot en helemaal intrappen.
Bij het intrappen van het koppelingspedaal moet je het gaspedaal tegelijkertijd helemaal loslaten.
Plaats je rechterhand in tussentijd naar de versnellingshendel en schakel naar de gewenste versnelling.
Blijf altijd voor je kijken en kijk niet naar de versnellingshendel of het koppelingspedaal.
Het schakelen zelf moet beheerst gebeuren dus niet snel of met grote kracht.
Zorg dat je de versnellingshendel rustig en licht bedient je moet voelen waar de versnellingshendel zich naar toe beweegt.
Indien het schakelen niet wil lukken of moeilijk gaat is meestal het koppelingspedaal niet ver genoeg ingetrapt.
Nu je hebt overgeschakeld naar een hogere versnelling moet je iets gas geven circa 1500 toeren en het koppelingspedaal daarbij rustig en geleidelijk helemaal oplaten komen.
Geef je geen of te laat gas bij het oplaten komen van het koppelingspedaal dan krijg je een schokkerige overbrenging maar ook als je het koppelingspedaal te snel omhoog laat komen krijg je een schokkerige overbrenging.
Haal je voet van het koppelingspedaal af en zet deze links naast het koppelingspedaal.
Het opschakelen gebeurd altijd trapsgewijs dat wil zeggen je schakelt altijd van de eerste versnelling naar de tweede, van de tweede naar de derde, van de derde naar de vierde en van de vierde naar de vijfde versnelling.
Trek de pook naar links en druk deze met lichte druk naar voren.
De eerste versnelling is nu ingeschakeld.
Trek de pook lichtjes naar links en trek hem nu met geringe kracht naar achteren.
De tweede versnelling is nu ingeschakeld.
Druk de pook losjes naar voren tot deze in de vrij valt.
Houdt de pook losjes in de hand dan voel je dat hij uit zichzelf naar rechts beweegt.
Nu staat de pook voor de derde versnelling.
Druk de pook nu met lichte druk naar voren en de derde versnelling is ingeschakeld.
Houdt de pook losjes vast en trek hem met geringe kracht naar achteren.
De vierde versnelling is nu ingeschakeld.
Druk de pook losjes naar voren tot deze in de vrij valt.
Druk de pook nu naar rechts en daarna naar voren.
De vijfde versnelling is nu ingeschakeld.
Let bij het optrekken goed op het toerental van de motor zodat je tijdig opschakelt.
Wanneer je te lang in een hoog toerental blijft rijden leidt dat tot een hoog brandstof gebruik, geluidsoverlast en eventuele onnodige motor slijtage.
Het beste kun je overschakelen bij een toerental van circa 2000 a 2500 toeren.
Moet jij je snel aanpassen aan het overige verkeer dan kun je verder doortrekken tot 3000 toeren om sneller op te trekken.
Dit kan bijvoorbeeld zijn bij het invoegen of wanneer je bij een drukke kruising je snel moet aanpassen.
Je kunt ook opschakelen aan de hand van de gereden snelheid.
Hieronder zie je een opschakelschema.
Opschakelschema.
Dit is een globaal schema waar eventueel vanaf geweken kan worden.