Op het praktijkexamen kan de examinator besluiten om jou met navigatie te laten rijden.
De examinator gaat er vanuit dat jij het navigatiesysteem zelfstandig kan bedienen.

Let op dat een navigatiesysteem een grote afleider is tijdens het rijden.
Je kunt beter verkeerd rijden maar veilig dan dat je plotseling in een keer afslaat om zo toch de route te blijven volgen van het navigatiesysteem. Blijf voorspelbaar voor het overige verkeer dat is heel belangrijk.
Een navigatiesysteem blijft een hulpmiddel je moet dus wel zelf goed opletten of jij de wegen wel mag inrijden.

Het navigatiesysteem geeft al tijdig aan waar je naar toe moet. Het begint vaak al bij 600 a 700 meter van te voren en dat is veel te vroeg om de richting al aan te geven. Maar je kunt zo'n 300 meter van te voren al wel vast beginnen met het voorbereiden door in de spiegels te kijken wat er achter je rijdt. Rijd niet te snel zodat je de tijd hebt om op te letten hoeveel meters je nog van de kruising verwijdert bent.
Kijk ook alvast waar je daarna naar toe moet.

Wanneer je 30 km p/u rijdt dan zet je de richting aan bij zo'n 50 a 100 meter voor de kruising.
Rijd je 50 km p/u zet dan de richting aan bij 100 a 150 meter voor de kruising.
Rijd je veel harder zo'n  70 a 80 km p/u zet dan de richting aan bij circa 200 meter voor de kruising.
Op auto en autosnelwegen doe je 300 meter voor de uitvoegstrook de richting aan.

Je kunt het navigatiesysteem openen door rechts bovenaan op de autoradio te drukken op het knopje Open.
Het navigatiescherm komt nu te voorschijn.
Druk nu links bovenaan op het beeldscherm op Tuner.

En in het hoofdmenu op Navi.

Je komt nu in het volgende menu: