Kruisingen en rotondes

Kruidrotonde

Klik hier voor het berijden van rotondes.

Klik hier voor het inschatten om een kruising op te rijden.

Een overzicht hoe je een kruising moet naderen.

KruisingKruisingen.

Kruisingen zijn een struikelblok voor veel weggebruikers maar dat hoeft het niet te zijn.

Wat is een kruising?
Een kruising is een gemeenschappelijk vlak van twee of meerdere wegen.
Een kruising kan klein zijn bijvoorbeeld in de bouw maar kan ook heel groot zijn bijvoorbeeld twee wegen met gescheiden rijbanen met daar omheen nog eens fietspaden en trottoirs.

Hier een aantal veel gemaakte fouten bij kruisingen:

1 Het te laat of helemaal niet opmerken van een kruising.
2 Te hoge naderingssnelheid of onnodig stilstaan.
3 Plaats op de weg.
4 Kijkgedrag.
5 Onzeker.

Waardoor komen die fouten:

1 Te laat of niet opmerken van kruisingen:

Het te laat of helemaal niet opmerken van kruisingen komt over het algemeen door dat je op rechte weggedeelten niet ver genoeg voor je uitkijkt of niet goed waarneemt.
Wees scherp en kijk in de verte of daar borden staan, belijning op het wegdek, vluchtheuvels, drempels, hieraan kun je kruisingen tijdig opmerken.

2 Snelheid:

Het onderschatten van de snelheid waarmee je rijdt waardoor je te hard een kruising nadert zodat daardoor jouw snelheid bij de kruising te hoog is.
Het vergissen in wat voor kruising het is in verband met de voorrang.
Wanneer je zelf op een voorrangsweg rijdt zal je over het algemeen harder naderen dan wanneer jij een voorrangsweg nadert.
Het onnodig stilstaan terwijl de kruising vrij is komt over het algemeen door te hard naderen hier door heb je geen tijd om de kruising goed te kunnen overzien en op signalen van andere weggebruikers in te spelen. (Afslaand verkeer.)

3 Plaats op de weg:

De plaats op de weg die je inneemt bij of op een kruising bijvoorbeeld je gaat stilstaan op een fietspad.
Je stelt jou zodanig op dat jij geen of slecht overzicht hebt bij de kruising.
Je gaat stilstaan op een middenberm die te smal is of op een zebrapad.
Je houdt niet voldoende of te veel rechts, je rijdt op een verkeerde voorsorteerstrook enzovoort.
Deze fouten worden veroorzaakt door een te hoge naderingssnelheid en het niet ver genoeg voor je uitkijken bij het naderen van de kruisingen. Hierdoor kan het zijn dat je de ruimte en plaats op de weg verkeert inschat.

4 Kijkgedrag:

Het niet goed of verkeert kijken bijvoorbeeld eerst rechts kijken en dan links alleen maar rechts kijken, het te lang naar een kant blijven kijken, het te laat kijken zodat je niet meer op normale wijze kan reageren op het overige verkeer.
(Hierdoor moet je misschien wel hard remmen en zo niet de indruk wekt dat je voorrang wilt verlenen.
De juiste wijze van kijken is: links, voor je, rechts. (het voor zich kijken wordt vaak vergeten)
Probeer vooral je aandacht te verdelen niet te lang naar één kant te blijven kijken.
De oorzaak van deze fouten zijn vaak een te hoge naderingssnelheid of het te laat opmerken van een kruising.

5 Onzeker rijgedrag:

Onzeker rijgedrag wordt vaak veroorzaakt door dat je de theorie regels niet of niet goed kent of je kent de regels wel maar kan deze niet in de praktijk toepassen. Niet op de verkeersborden letten of het te laat opmerken van een kruising zodat je onvoldoende tijd hebt om waar te nemen wat voor kruising het is. Een te hoge naderingssnelheid en het gebrek aan enig vertrouwen in andere weggebruikers geeft een onzeker gedrag.
Maar ook het niet kunnen inschatten van het andere verkeer geeft een onzeker gedrag.

Klik hier voor het inschatten om een kruising op te rijden.

Zo als je ziet komen vaak dezelfde fouten weer terug.
Te hard kruisingen naderen en te laat kruisingen opmerken.
Door deze twee fouten kom je bij een kruising in tijd nood waar door er vaak niet goed gekeken wordt jij je verkeerd opstelt en een onzeker rijgedrag vertoont.

Het naderen en berijden van kruisingen:

Wat moet jij allemaal weten wanneer je een kruising nadert:

1 Wat voor kruising is het qua voorrang?
2 Hoe is het zicht?
3 Met wat voor snelheid moet je naderen?
4 Wat is je plaats op de weg bij die kruising?
5 Hoe moet je kijken bij een kruising?
6 Wat kun je allemaal verwachten?

1 Wat voor kruising is het: 148

Tijdens het naderen moet jij weten wat voor kruising je nadert.
Nader je een gelijkwaardige kruising of rijd je zelf op een voorrangsweg of nader jij een voorrangskruising. Of is er een inrit- of uitrit constructie in het spel.

Naderen van een gelijkwaardige kruisingen:
61

Nader je een gelijkwaardige kruising dan moet jij tram's en bestuurders die van rechts komen voorrang verlenen.
In woonerven en 30 km zones zijn de kruisingen van gelijke rangorde en hebben alle bestuurders van rechts voorrang.

Je nadert een gelijkwaardige kruising het overzicht, verkeersaanbod en de grote van de kruising zijn van belang met wat voor snelheid je deze kruising gaat naderen.

Wanneer het overzicht tijdens het naderen goed is en er is weinig verkeersaanbod kun je volstaan met misschien alleen het gas loslaten. Deze kruising is dan goed te overzien.

Wanneer het overzicht wat minder wordt bijvoorbeeld door huizen, bomen,  geparkeerde auto's, enzovoort, laat dan je gas los en rem je snelheid tijdig af tot zo ongeveer 20 a 30 km p/u.
Schakel terug naar de tweede versnelling en laat het koppelingspedaal omhoog komen tot het aangrijpingspunt.
Houd je rechtervoet boven het rempedaal tot je ter hoogte van de kruising bent.
Zet niet te snel de voet weer bij het gaspedaal als er op het laatste moment nog verkeer aankomt kun je niet snel genoeg meer reageren. Dit is een veel gemaakte fout. (Je legt immers nog wel 9.7 meter per seconde af.)

Is het overzicht op de kruising tijdens het naderen en dichter bij de kruising nog steeds slecht dan moet je meer remmen en de snelheid terug brengen tot 05 a 20 km p/u afhankelijk van het overzicht, grote, en verkeersaanbod op de kruising. (Ook nu niet te snel de voet weer bij het gaspedaal.)

Nadering voorrangskruisingen.                                                                      .

Wanneer je zelf op een voorrangsweg rijdt kun je een hogere snelheid aanhouden.
Maar wel rekening houden met het overzicht wat jij opdat moment over de kruising hebt het verkeersaanbod en de grote van de kruising is van belang.
Is het overzicht slecht of is er veel verkeersaanbod dan moet je ondanks dat jij voorrang hebt toch je snelheid minderen voor de veiligheid.
In zo'n geval kun je binnen de bebouwde kom de kruising naderen met zo'n 35 à 45 km p/u afhankelijk van het overzicht, grote van de kruising en het verkeersaanbod.

Buiten de bebouwde kom nader je in zo'n geval zo ongeveer met 45 à 65 km p/u afhankelijk van het overzicht, grote van de kruising en het verkeersaanbod.
Je moet altijd rekening houden met ander verkeer wat jou niet opmerkt of dat er een misverstand kan ontstaan op zo'n moment moet jij daar nog wel op kunnen inspelen.

Onthoud goed dat je voorrang geniet en dat jij niet onder alle omstandigheden de voorrang moet afdwingen.
Je moet jouw voorrang natuurlijk niet zomaar weggeven je mag wel andere weggebruikers hinderen maar nooit in gevaar brengen.

68Nader je een voorrangskruising dan moet jij alle bestuurders op de voorrangsweg voorrang verlenen.
Voorrang verlenen is iemand ongehinderd voorlaten gaan.
(Voetgangers die op een voorrangsweg lopen hebben geen voorrang.)

Nader een voorrangskruising altijd voorzichtig ook al is het zicht goed.
Voorrangswegen zijn hoofdwegen en daarop wordt harder gereden en daar door heb je meer tijd nodig om het verkeer beter te kunnen inschatten.
Is het zicht goed nader een voorrangskruising dan met een  snelheid van circa 20 km p/u.
Indien het zicht slecht is moet je stapvoets naderen of misschien wel stilstaan om de voorrangskruising te overzien.
Let tijdens het naderen ook goed op waar jij jou kan opstellen bij de kruising tussen het fietspad en de rijbaan of misschien wel op een middenberm.

In- of uitrit constructie
64

Een uitrit constructie wordt gecreëerd door middel van een doorlopend trottoir of door oprij blokken.
Oprij blokken zijn van die grijze beton oprit blokken. (Zie foto)
Wanneer je een uitrit verlaat of een inrit constructie wil inrijden dan moet je iedereen voorrang verlenen
ook de voetgangers hebben nu voorrang.
Let vooral op wanneer je een uitrit constructie verlaat en je gaat rechtdoor dat jij dan geen voorrang hebt
op het links afslaande verkeer.
Jij bent recht doorgaand verkeer op dezelfde weg maar door dat jij een uitrit verlaat heb je geen voorrang.
Verlaat een uitrit constuctie altijd stapvoets circa 5 a 10  km p/u en meestal in de eerste versnelling.
Wil je een inrit constructie inrijden doe dit dan ook stapvoets.

2 Hoe is het zicht:
65

Hoe is het zicht over de kruising?
Hier gaan de meeste bestuurders de fout in.
Kijk tijdens het naderen of je de kruising kunt overzien of dat er veel obstakels staan die het uitzicht belemmeren. Obstakels als: gebouwen, struiken, hekwerk, bomen, geparkeerde auto's enzovoort.
Let op hoe dicht die obstakels bij de kruising staan hoe dichter ze bij de kruising staan hoe minder het zicht wordt.

 

3 Naderingssnelheid: 66

Met wat voor snelheid moet je een kruising naderen?
De naderingssnelheid is van veel factoren afhankelijk.
Hoe is de voorrang geregeld, wat is het overzicht, de grote van de kruising en de drukte bij de kruising deze zaken zijn van groot belang om te bepalen met wat voor snelheid jij die kruising moet naderen.
Nader een voorrangsweg altijd in de tweede versnelling met een snelheid tussen de 5 en 20 km p/u afhankelijk van het zicht, drukte en de grote van de kruising.
Bij zeer slecht zicht moet je meestal eerst stilstaan voor dat je de kruising kunt overzien om op te rijden.
Een grote kruising is altijd een onoverzichtelijk deze altijd stapvoets naderen of stilstaan.
Bij een grote kruising is het verkeer ver van jou vandaan daar door heb jij een grotere kans dat je iets over het hoofd ziet.
Wanneer je zelf op een voorrangsweg rijdt kun je meestal de snelheid hoger aanhouden dan wanneer jij voorrang moet verlenen.
Indien er veel verkeersaanbod bij een kruising aanwezig is zal jij daarop moeten inspelen met je snelheid.

4 Plaats op de weg bij kruisingen:                                                                                                       dubbelrechtdoor

Kijk tijdens het naderen van een kruising goed waar jij je eventueel kunt of moet opstellen. Jouw plaats op de weg bij kruisingen is in eerste instantie zo veel mogelijk rechts.
Let goed op voorsorteerstroken zodat je de juiste voorsorteerstrook kiest.
Heb je twee rijstroken voor rechtdoor neem dan de meest rechts gelegen rijstrook.
Wanneer er in de rechter voorsorteerstrook een langzaam rijdend of langzaam optrekkend voertuig rijdt of staat neem dan over het algemeen de linker voorsorteerstrook voor rechtdoor.
(Wel opletten dat de linker voorsorteerstrook voor rechtdoor ook vaak tevens een voorsorteerstrook is voor het links afslaand verkeer en dat het verkeer wat links af wil slaan daar misschien wel moet wachten voor het recht doorgaande verkeer op dezelfde weg.)

Wanneer je een voorrangsweg nadert en jij moet stoppen voor bestuurders op de voorrangsweg stop dan voor de haaientanden of voor de stopstreep.
Is er een fietspad voor de rijbaan kijk dan of er voldoende ruimte tussen het fietspad en de rijbaan is om je daar op te stellen. De ruimte tussen fietspad en rijbaan moet zo ongeveer 5 meter zijn om je daar op te stellen.
Let op dat de gene waar je achter rijdt zich daar misschien wel gaat opstellen zodat er geen ruimte voor jou over blijft.
Zorg dat je voldoende rechts houdt zodat tegenliggers normaal jouw weg in kunnen rijden.
Houd rekening met lange voertuigen zoals vrachtwagens, autobussen, winkelwagens en dergelijke lange voertuigen hebben een grotere draaicirkel .
Wanneer deze voertuigen afslaan en jou weg willen inrijden moet jij een meter of tien voor de kruising opstellen.
Houd rekening met fietsers rechts naast jou zodat deze niet in de verdrukking komen.

Nader je een weg met gescheiden rijbanen kijk dan tijdig of de middenberm bij de kruising breed genoeg is om jou daar op te stellen.
De breedte van de middenberm moet circa 4 à 5 meter zijn voor dat jij je daar kunt opstellen. In dat geval staan er ook haaientanden op de middenberm. Let op dat de gene waar jij achter rijdt zich daar misschien wel gaat opstellen en er geen ruimte voor jou over blijft.

Verkeerslichten werken over het algemeen op het verkeersaanbod.
Stop daarom bij verkeerslichten altijd dicht voor de stopstreep anders heb je kans dat het verkeerslicht niet reageert op jou aanwezigheid met het gevolg dat het verkeerslicht niet op groen springt.
Wanneer je een verkeerslicht nadert dat op groen staat zorg dan dat je vlot in de rij aansluit anders springt deze weer op oranje en moet je als nog stoppen.

Stel je bij kruisingen zo op dat jij een goed overzicht hebt over de gehele kruising.
Vaak komt het voor dat men zich zo opstelt dat ze alleen maar één kant van de kruising goed kunnen overzien en dat is niet genoeg.
Stel je niet op ter hoogte van een bomenrij, hekwerk, een rij geparkeerde auto's dit gaat als een gordijn voor jou sluiten en dat belemmerd het uitzicht voor jou. Zorg dat jij je niet zo opstelt dat je de kruising of gedeelten daarvan blokkeert. Goed opletten dus waar jij je gaat opstellen.

5 Het kijkgedrag:

Kijk bij een kruising altijd in drie stappen:

Eerst links omdat jij deze weghelft het eerst oprijdt.
Kijk voor je.
En dan kijk je rechts.

Wanneer je links kijkt bij een kruising en je hebt op dat moment geen goed zicht blijf dan niet links kijken maar ga alvast voor je en rechts kijken.
Meestal kun je deze zijden al wel goed overzien en kun je daarna wel weer links kijken. (Veel gemaakte fout.)

Waar moet je opletten tijdens het kijken:

Je kijkt links kijk niet direct naar het einde van de straat maar kijk vanaf het begin van de kruising steeds verder de straat in.
Kijk niet alleen naar de rijbaan maar bekijk ook het fietspad en het trottoir.
Zo heb je de minste kans dat jij iets over het hoofd ziet.
Let op afslaande bestuurders daardoor kun jij misschien wel doorrijden.
(Wel rekening houden dat een andere bestuurder het afslaande voertuig misschien gaat inhalen.)

Kijk voor je en kijk dan waar je naar toe moet en blijft je auto nog in de koers , kijk waar jij je bij de kruising kunt opstellen en kijk alvast over de kruising wat voor borden daar staan en of de weg daar vrij is voor jou. Is er een fietspad voor de kruising is er een middenberm waar jij jou kan opstellen.  Als je rechts kijkt moet je net als bij het linksaf de straat vanaf het begin naar het einde gaan inkijken.
Let ook op het fietspaden en het trottoirs. Kijk goed wat voor verkeer er aanwezig is en selecteer wat voor verkeer er voor jou van belang is.

Nu je weet waar je allemaal op moet letten kun je zelf elke kruising analyseren

Kijk maar.

68

Bijvoorbeeld je nadert een voorrangsweg.

250 meter voorde kruising.
Je merkt de kruising op en ziet dat het een voorrangsweg is.

200 meter voor de kruising.
Je kijkt tijdens het naderen in de binnenspiegelen laat het gas los

150 meter voor de kruising.
Je kijkt links, voor je, rechts en bepaald wat voor uitzicht je links en rechts bij de kruising hebt.
Let op of er een fietspad voor de rijbaan ligt en of er een middenberm aanwezig is.
Kijk ook alvast even over de kruising of daar de rijbaan voor jou vrij is.
Begin met het remmen.

75 meter voor de kruising.
Schakel terug naar de tweede versnelling.
Kijk nu links je ziet een voetganger, een fietser en een van links auto en deze wil rechts afslaan.
Nu moet je selecteren, voetganger is niet van belang voor jou jij hebt voorrang, fietser is
wel van belang deze heeft voorrang en auto is niet van belang want deze slaat rechtsaf.

50 meter voor de kruising.
Je kijkt nu voor je waar jij met jouw auto naar toe moet.
Kijk waar jij je kunt opstellen.(tussen het fietspad en de rijbaan of op een middenberm.)
Laat de koppeling rustig omhoog komen tot het aangrijpingspunt.

25 meter voor de kruising.
Je kijkt nu rechts ziet daar nu nog een auto die zo ongeveer driehonderd meter verderop in de straat rijdt.
Je gaat selecteren auto is van belang want jij moet nog even rustig aandoen of misschien wel stoppen voor de fietser van links in tussentijds is de auto van rechts dichterbij de kruising gekomen.

Nu ga je een plan maken wat jij moet doen fietser en auto voorlaten gaan en besluit om te stoppen.

Nu ga je handelen:
Koppeling intrappen en remmen.
Stop nu op de door jou van te voren geselecteerde plaats bij de kruising.
Wanneer de fietser en auto voorbij zijn rijd je de kruising op.(tijdens het wachten wel weer links, voor je en rechts de kruising blijven overzien)

Over de kruising.
Wanneer jij de kruising bent overgestoken kijk je in de binnenspiegel ter nacontrole.

Zoals je ziet moet je in de korte tijd dat jij de kruising nadert ( circa 15 sec.) heel veel doen.
Indien nu je naderingssnelheid te hoog is of je kijkt te laat of kijkt niet goed dan zal je bij de kruising waarschijnlijk een of meerdere fouten maken.

Wat kunt u verwachten en waar moet u rekening mee houden:

Verwacht in eerste instantie het onverwachte laat jou nergens door verrassen.
Verwacht plotseling afslaande bestuurders mensen die de zoekende zijn en daardoor extra langzaam rijden of plotseling gaan stilstaan.
Houdt rekening met buitenlanders (dit kun je aan de kentekenplaat van het voertuig zien) daar gelden misschien wel andere verkeersregels er kunnen daar door misverstanden ontstaan.
Kinderen en oudere mensen kennen de verkeersregels meestal niet zo goed houdt daar rekening mee.
Asociale en ongeduldige weggebruikers laat je er niet door beïnvloeden en ga jou in geen geval haasten.
Je kijkt en de kruising is vrij met dat je wilt oprijden rijdt er net een geparkeerde auto de rijbaan op of er rijdt net een auto weg bij een benzinestation
houd daar rekening mee. (nacontrole bij het kijken)

Het inschatten van het andere verkeer:

Één van de moeilijkste dingen in het verkeer is wel het inschatten van het andere verkeer of je er nog voor langs kunt of als jij het moet laten voor gaan.
Wat is van belang om een juiste inschatting te maken?

1 Hoe hardt rijdt de andere weggebruiker?
2 Hoe ver is deze verwijdert van jou?
3 Moet je oversteken of afslaan?
4 Hoe snel kun jij je aanpassen?

1 Hoe hardt rijdt de andere weggebruiker?

Dit kun je niet exact inschatten je kunt er wel rekening mee houden waar jij jou bevindt bijvoorbeeld:

inschatsnelheid

Houd bij een inschatting altijd rekening dat ze 20 km p/u harder rijden dan de maximum toegestane snelheid.
(laat je niet verassen)

Je kunt ook een inschatting maken hoe snel die andere bestuurder op een vast punt inrijdt bijvoorbeeld:
Er komt een auto aangereden en deze legt een afstand tussen de bermpaaltjes af in ± 2 seconden.
De bermpaaltjes staan 50 meter uit elkaar dat is dan 50 m : 2 sec. = 25 meter per seconde.
Deze auto rijdt zo ongeveer 90 km p/u.

2 Hoe ver is dat andere voertuig van jou verwijdert?

Je kunt dit zien aan hoeveel bermpaaltjes er nog tussen jou en het andere voertuig staan. (deze staan 40 tot 50 meter uit elkaar)
Hectometerpaaltjes staan 100 meter uit elkaar kijk hoeveel er nog tussen jou en het andere voertuig staan.
Binnen de bebouwde kom staan de lantarenpalen circa 50 meter uit elkaar.
Hiermee kun je een inschatting maken hoe ver die andere weggebruiker van jou verwijdert is.

3 Moet je oversteken of afslaan?

Wanneer jij rechtdoor gaat(oversteken) dan hoeft de andere weggebruiker niet zo ver weg te zijn dan wanneer jij afslaat en de andere weggebruiker nog op jou inkomt rijden. jij moet je hier immers nog aanpassen aan zijn snelheid.

4 Hoe snel kun jij jou aanpassen?

Je moet rekening houden met het voertuig waarmee jij rijdt hoe snel kan dat voertuig optrekken.
Een normale personenauto trekt vanuit stilstand in zo'n 12 a 13 seconden naar de 100 km p/u.
Maar dan moet je wel een goede voertuigbeheersing hebben.(Perfect schakelen en koppelen en goed gas geven.)
Is er even een onvolkomenheid in het schakelen koppelen of gas geven dan duurt het zo een paar seconden langer.
Wanneer je stilstaat zal het langer duren dat je een bepaalde snelheid hebt bereikt dan wanneer je nog in beweging bent.
Het wegrijden vanuit stilstand vergt meer tijd.

Hier een schema hoeveel seconden en meters je nodig hebt om op een normale manier een bepaalde snelheid te bereiken vanuit stilstand.

metersec

Nu jij weet met wat voor zaken je rekening moet houden en kun jij ook inschatten of je voor een bepaalde bestuurder kunt oprijden of dat jij hem voor moet laten gaan.

Een overzicht hoe je een kruising moet naderen.

Klik hier voor het inschatten om een kruising op te rijden.

Klik hier voor het berijden van rotonde's.