Stopafstand en volgafstand.
Stopafstand.
De stopafstand wordt groter naarmate je snelheid hoger wordt.
Maar als je stopafstand bijvoorbeeld bij 50 km p/u 27.5 meter is dan is je stopafstand bij 100 km p/u geen 55 meter maar 70 meter.
De stopafstand loopt dus niet evenredig met de snelheid omhoog.
Naarmate er harder gereden wordt moet je de volgafstand aanzienlijk vergroten.
Er gebeuren veel aanrijdingen die te wijten zijn aan te weinig volgafstand bij een te hoge snelheid.
De lengte van de stopafstand bestaat uit de remweg van het voertuig plus de reactietijd. (De tijd die je nodig hebt van waarnemen en het beginnen met remmen.)
Wanneer je normaal reageert heb je 1 seconde reactietijd nodig. Beginnende en oudere automobilisten hebben vaak meer tijd nodig 1.5 a 2 seconden.
Hieronder een schema van hoelang de stopafstand is bij een bepaalde snelheid.
Deze afstanden zijn wel gebaseerd op goede omstandigheden zoals:
Snelle reactie van de bestuurder. (1 sec.)
Voertuig verkeerd in technisch goede staat.
Goed wegdek.
Goede voertuig beheersing (optimaal remmen.)
Wanneer één van deze omstandigheden niet optimaal is zal de stopafstand langer worden.
Tegenwoordig worden veel nieuwe auto's met A.B.S afgeleverd. (Anti Blokkeer Systeem voor het remmen)
Laat je niets wijs maken dat hierdoor de stopafstand korter wordt het voordeel van A.B.S. is dat de auto bestuurbaar blijft.
Maar als je goed remt heb je zonder A.B.S een kortere stopafstand.
Bedenk wel dat dit de minimale stopafstand is en dat je alleen de factor reactietijd kunt beïnvloeden.
Je zal dus sneller moeten reageren om een kortere stopafstand te krijgen.
Maar sneller reageren dan 1 seconde is wel heel erg snel.
Kijk maar wat je allemaal binnen die éne seconde moet doen als er plotseling een kind de weg oversteekt:
Je ziet een kind.
Je moet selecteert of dat van belang voor je is.
Je gaat nadenken wat je moet doen.
Je gaat handelen: gas los voet naar het rempedaal en remmen.
Dat moet allemaal gebeuren binnen die éne seconde.
Hier gaat het over een plotseling overstekend kind maar ook als je te dicht achter een ander voertuig rijdt en je reageert iets later dan de gene die voor jou rijdt is het waarschijnlijk te laat.
Daarom is voldoende volgafstand houden zo enorm belangrijk zodat je de tijd hebt om te kijken, te selecteren, na te denken en te handelen.
Volgafstand.
Welke factoren zijn van invloed op de volgafstand :
1 De snelheid.
2 Het Zicht.
3 Weersomstandigheden.
4 Reactievermogen.
5 Staat van het voertuig.
6 Soort wegdek.
1 Snelheid.
Houd zoveel volgafstand in meters aan die je in kilometers rijdt.
50 km is dat 50 meter.
80 km is dat 80 meter
100 km is dat 100 meter
120 km is dat 120 meter
Houd minimaal 2 seconden afstand op je voorligger 3 a 4 seconden is beter.
Moet je achter een fietser blijven rijden houd dan minimaal een auto lengte afstand tussen jou en de fietser.
Deze volgafstand moet je aanhouden onder normale goede omstandigheden.
2 zicht.
Indien het uitzicht slechter wordt door bijvoorbeeld zware regenval, mist, onoverzichtelijke weggedeelten, 's nachts, of als je achter een vrachtwagen of dergelijke gesloten voertuig rijdt dan moet je de volgafstand gaan vergroten.
3 Weersomstandigheden.
Hierboven werd al genoemd zware regenval en mist maar ook bij harde wind, sneeuw, ijzel, hagel, en een nat of smerig wegdek moet je de volgafstand vergroten.
Zomers als het extreem warm is reageert je over het algemeen trager, houd daarmee rekening.
Hieronder een schema wat weersinvloeden hebben op de stopafstand.
4 Reactievermogen.
Wanneer je weet dat jouw reactievermogen verminderd neem dan meer volgafstand.
Wanneer je vermoeid, gestrest of emotioneel gestemd bent dan is je reactievermogen ook minder.
Beginnende en oudere automobilisten reageren vaak trager.
Ziekte en de invloed van medicijnen kunnen het reactievermogen negatief beïnvloeden en maar niet te praten over alcohol en drugs.
5 Staat van het voertuig.
Is je voertuig technisch in goede staat, goede remmen, goede banden, goede schokdempers, enzovoort.
Is het voertuig zwaar beladen of zit jij er alleen in.
Wanneer het voertuig zwaar beladen is zal het een langere stopafstand hebben. (Personen kun je ook onder lading verstaan)
Met dit soort zaken moet je rekening houden in verband met de volgafstand.
6 Soort wegdek.
Een wegdek van beton geeft de beste remvertraging daarna komt asfalt, dan klinkers, en een nog wat lagere vertraging geven kasseien en de laagste vertraging geeft bijvoorbeeld grind en zandt.
Z.O.A.B. geeft wanneer het net een nieuw wegdek is ook een aanmerkelijk langere stopafstand.
Houd met dit soort omstandigheden rekening.
Hoe kun jij bepalen dat je voldoende volgafstand aanhoudt.
Binnen de bebouwde kom staan de lantaarnpalen meestal zo ongeveer 50 meter van elkaar verwijderd.
Deze afstand kun je als volgafstand aanhouden bij 50 km p/u rijdt.
Of wanneer je 70 km p/u rijdt neem dan anderhalf maal de tussenafstand van deze lantaarnpalen.
Buiten de bebouwde kom heb je meestal bermpaaltjes (reflectorpaaltjes) de tussenafstand is meestal 50 meter.
Rijd je 80 km p/u dan kun je anderhalf à twee tussen afstanden van deze bermpaaltjes aanhouden.
Op autowegen en autosnelwegen treft je deze bermpaaltjes ook aan en daar heb je ook nog hectometerpaaltjes (de groene bordjes in de berm) deze staan 100 meter uit elkaar.
Bij 100 km p/u moet je twee tussen afstanden van deze bermpaaltjes aanhouden of één tussenafstand van de hectometerpaaltjes.
Bij 130 km p/u moet je even iets meer volgafstand bewaren.
Rijd je nu op een weg waar helemaal geen lantaarnpalen, bermpaaltjes of hectometerpaaltjes aanwezig zijn dan kun je het volgende toepassen:
Wanneer je voorganger met zijn voertuig een verkeersbord, boom of een ander vast punt voorbij rijdt dan begin je te tellen 21, 22, 23, 24 nu moet jij zo ongeveer bij dat verkeersbord, boom of dat vast punt zijn.
Als je 3 a 4 seconde volgafstand van jouw voorganger aanhoudt dan zit je ongeveer op het zelfde aantal meters volgafstand als met de bermpaaltjes, lantarenpalen en hectometerpaaltjes.
Ook een vorm van volgafstand aanhouden is wanneer jij je opstelt achter een ander voertuig.
Zorg dat jij je zo opstelt dat je er altijd nog tussen uit kunt rijden. (een vluchtweg.)
Jij moet je zo opstellen dat wanneer je achter een andere voertuig stilstaat jij nog net onder de auto voor jou het wegdek kunt zien.